In tegenstelling tot het Nederlands zeggen we in het Chinees eerst onze achternaam en dan onze voornaam. Bijvoorbeeld, 王小玉 Wáng Xiǎoyù. 王 Wáng is de achternaam en 小玉 Xiǎoyù is de voornaam.
Er zijn twee werkwoorden met de betekenis “heten” in het Chinees:
Bijvoorbeeld:
Als een westerse woord in het Chinees wordt vertaald, worden de klanken aangepast aan het Chinees. Bijvoorbeeld: “Amsterdam” wordt "" “.
Dat geldt ook voor namen van personen. Je kiest Chinese klanken die dicht bij de westerse uitspraak liggen en karakters die een gunstige betekenis hebben.
Op de website Get a Chinese Name kun je een paar gegevens over jezelf invullen, waarna je een geschikte Chinese naam krijgt.
In de grammatica van les 2 - conversatie 1 hebben we geleerd dat bijvoeglijke naamwoorden in het Chinees als predikaat kunnen functioneren en dat er dan geen werkwoord in de zin staat. In deze les leren we dat combinaties van zelfstandige naamwoorden ook als predikaat kunnen functioneren en dat er dan ook geen werkwoord in de zin staat.
Bijvoorbeeld, 我二十五岁。 Wǒ èrshíwǔ suì. “Ik ben 25 jaar oud.” 二十五 en 岁 zijn twee zelfstandige naamwoorden (“25” en “jaar”), maar samen betekenen ze “25 jaar oud”. Ze zijn dus samen een predikaat om het onderwerp “ik” te beschrijven. Er is dus geen ander werkwoord nodig.
De algemene constructie is Subject + Zelfstandig naamwoord(en).
Als je een getal voor een zelfstandig naamwoord wil zetten, mag je dat niet direct doen. Tussen het getal en het zelfstandige naamwoord moet je je een maatwoord zetten. De constructie is dus getal + maatwoord + zelfstandig naamwoord.. Bijvoorbeeld, 四口人 sì kǒu rén “vier familieleden” . 口 kǒu betekent eigenlijk “mond” en is hier een maatwoord voor familieleden. Het betekent dat er vier monden zijn te voeden.
Het maatwoord geeft dus de eenheid van de hoeveelheid weer. In het Nederlands heb je ook enkele maatwoorden, bijvoorbeeld “een kopje thee”, “een klontje suiker” en “drie stuks fruit”. Het Nederlands kent dit echter niet voor alle zelfstandige naamwoorden; je mag rustig “drie auto’s” zeggen in plaats van “drie stuks auto’s”.
In het Chinees is het maatwoord verplicht tussen een getal en een zelfstandig naamwoord. Bij elk zelfstandig naamwoord hoort een specifiek maatwoord (soms meerdere). Groepen zelfstandige naamwoorden die een eigenschap met elkaar gemeen hebben, hebben vaak hetzelfde maatwoord. Zo heb je één maatwoord 支 zhī voor allerlei langwerpige voorwerpen, zoals pennen, potloden, takken, tandenborstels en tandenstokers, en een ander maatwoord 张 zhāng voor platte en dunne dingen, zoals schilderijen, foto’s en papier.
De meeste Chinezen kunnen niet alle maatwoorden voor alle zelfstandige naamwoorden onthouden. Daarom zijn er ook speciale woordenboeken met maatwoorden! Zie bijvoorbeeld het Cheng & Tsui Chinese Measure Word Dictionary.